In dit voorbeeld wordt de Microsoft Flight Simulator X (FSX) gebruikt maar zijn voorganger, Flight Sim 2004, en andere titels hebben een vergelijkbare set-up. Wanneer u FSX laadt, wordt de vluchtstuurkolom automatisch gedetecteerd, en wordt er een standaard besturingsconfiguratie op het apparaat geladen. Als u gewoon de standaard set-up wilt gebruiken, klikt u op Fly now.

U kunt de standaard set-up ook wijzigen of set-ups toevoegen in FSX. Zo kunt u bijvoorbeeld de knoppen configureren, de assen instellen en de gevoeligheid hiervan wijzigen.

De knoppen configureren:

1. Ga naar Settings > Controls > Buttons/Keys. 
2. Zorg dat de stuurkolom geselecteerd is in het menu Controller Type, anders herkent FSX de toewijzingen niet die u probeert te doen. 

Stel dat u bijvoorbeeld de knop T1 wilt instellen op Engine Auto start. Hiervoor scrolt u door de alfabetische lijst met knopactiviteiten tot u bij Engine Auto start aankomt. Klik met de linkermuisknop op de titel en vervolgens op de knop Change Assignment onder de lijst met toewijzingen. Wanneer het vak Change Assignment wordt weergegeven, drukt u op T1, die vervolgens in het vak wordt weergegeven. Klik op OK om de toewijzing te bevestigen. U kunt dit sneller doen door te dubbelklikken op de naam van de knopopdracht. Hiermee wordt het vak Change Assignment geopend.

De assen instellen:

1. Ga naar Settings > Controls > Control Axes. 
2. Zorg dat de stuurkolom geselecteerd is in het menu Controller Type. Houd er rekening mee dat de gashendeleenheid als onderdeel van de stuurkolom wordt beschouwd, en dus nog steeds moet worden geselecteerd als u wijzigingen aanbrengt aan de hendels. 

Als u bijvoorbeeld Mixture Axis wilt instellen op een van de hendels, dubbelklikt u op het item in de kolom Event voor Mixture Axis, en verplaatst u de gewenste hendel. Wanneer de asaanduiding wordt weergegeven, klikt u op OK om te bevestigen.
N.B. U kunt deze set-up uitbreiden door de USB-versie van de gashendeleenheid te kopen en installeren. De vluchtgashendeleenheid wordt door de pc en FSX gedetecteerd als afzonderlijke controller en kan daardoor met andere vluchtcontrollers werken. Hiermee kunt u uw set-up configureren voor een vlucht met meerdere motoren.

Vlucht met meerdere motoren configureren

1. Ga naar Settings > Controls > Control Axes. 
2. Als u de gashendeleenheid van de stuurkolom eerst wilt configureren, selecteert u Flight Yoke bij Controller Type. 
3. Stel de hendels op de assen in met de functie Change Assignment. In Flight Sim bestuurt de gashendelas alle motoren in een straalvliegtuig gelijkmatig. U kunt ook individuele motorbesturingselementen toewijzen. Deze instellingen worden weergegeven als 'Engine 1 Throttle axis' en 'Engine Throttle 2' enz. 
4. Volg de procedure voor het toewijzen van assen om de gashendels toe te wijzen. Wanneer de eerste gashendeleenheid is ingesteld, gaat u naar de USB-versie van de Flight Throttle Quadrant in Controller Type, en herhaalt u het toewijzingsproces voor de resterende gashendels van de motor.

Reverse Thrust kan worden toegewezen aan de keerknoppen op uw gashendeleenheid. Hiervoor gaat u naar de pagina Buttons/Keys en selecteert u de gewenste gashendeleenheid in Controller Type. Scrol omlaag in de activiteitenlijst tot u aankomt bij Throttle Decrease Quickly. Selecteer deze optie en wijs uw gewenste keerknop hieraan toe. U kunt de herhaalinstelling desgewenst verhogen.

Gevoeligheid van de hendel en null-zone-instellingen configureren:

1. Ga naar de pagina Calibration selecteer Flight Yoke in Controller Type en vervolgens Advanced Controls. 
2. Zorg dat alle assen voor uw hendels zijn ingesteld op 100% Sensitivity en 0% Null Zone. Anders doorlopen de hendels niet hun volledige bewegingsbereik in de simulator. 
3. Ga nu naar de USB-versie van de Flight Throttle Quadrant en herhaal het proces. U bent nu klaar voor een vlucht met meerdere motoren. 

Het belangrijkste is dat u in het menu Settings het juiste besturingsapparaat heeft geselecteerd wanneer u de toewijzingen doet, en dat de kalibratie-instellingen juist zijn. 

De kalibratie van de stuurkolom moet als volgt worden ingesteld:

• Aileron - Sensitivity 75%, Null Zone 5%
• Elevator - Sensitivity 75%, Null Zone 5%
• Engine Throttle - Sensitivity 100%, Null Zone 0%

Een goede vuistregel is om vergelijkbare asfuncties dezelfde instellingen te geven. Als u bijvoorbeeld de assen voor de mengverhouding (die met een hendel worden bediend) wilt instellen op een van de hendels, stelt u de kalibratieschuifregelaars in op dezelfde waarden als de as voor de motorgashendel.