Met Logitech Gaming Software kunt u verschillende knopconfiguraties programmeren voor elk profiel op uw computer. Zie antwoord null voor meer informatie over het maken en toewijzen van toepassingsspecifieke profielen.

N.B. Als u nog geen Logitech Gaming Software gebruikt of als u slechts één profiel met uw muis wilt gebruiken, volgt u eerst de stappen in antwoord null om uw standaardprofiel als een blijvend profiel in te stellen.

Uw muisknoppen configureren:

1. Open de Logitech Gaming Software:

   Start > Alle programma's > Logitech > Logitech Gaming Software 8.x

2. Klik op de oplichtende muisknoppen.

   

3. Selecteer het profiel dat u wilt bewerken door op het bijbehorende pictogram te klikken. Wanneer u het profiel selecteert, verschijnt erboven een blauw balkje (zoals 'Standaardprofiel' hieronder).

   N.B. Logitech Gaming Software detecteert enkele games die u heeft geïnstalleerd en hiervoor profielen. U kunt zelf profielen voor andere games maken (zie antwoord null voor hulp).

   

4. Ga als volgt te werk om een knop te bewerken:

   1. Sleep er een bestaande opdracht op en zet deze neer.
      

      N.B. Alle opdrachten die u voor dat profiel heeft gemaakt, zijn zichtbaar in de lijst met opdrachten aan de linkerkant. Wanneer u een opdracht over de muis sleept, worden de configureerbare knoppen gemarkeerd. Kies de knop die u wilt programmeren en zet de opdracht erop neer.

      OF

   2. Klik met de rechtermuisknop op een knop en selecteer Bewerken... Het volgende pop-upvenster wordt weergegeven:
      

      

      In dit scherm kunt u uw knop toewijzen als een:

      • Toetsaanslag — wijs één toetsindruk of een toetsindruk met wijzigingen toe.
      • Meerdere toetsen — wijs een reeks toetsaanslagen met een macro toe. (N.B. U kunt deze macro's instellen om met en zonder opgenomen vertragingen te werken.)
      • Tekstblok — maak een blok tekst dat moeten worden ingevoerd wanneer de toets wordt ingedrukt (met of zonder Unicode-ondersteuning).
      • Muisfuncties — wijs een knop op uw muis toe om elk van de beschikbare muisknopfuncties te gebruiken.
      • Media — stel een muisknop in om te werken als een mediatoets die u op de meeste toetsenborden vindt.
      • Sneltoetsen — gebruik een vooraf gedefinieerde toetsaanslagopdracht.
      • Snelkoppeling — wijs een knop toe om een bestand/map/station op uw computer te openen.
      • Functie — wijs een knop toe om als een Microsoft-functietoets te werken (bijv. om uw webbrowser te openen).

      Nadat u de functie voor de knop heeft geselecteerd, klikt u op OK. Hiermee wordt de nieuwe functie toegepast en wordt deze op de knop in het venster weergegeven (bijv. muisfunctie Dpi-verschuiving toegewezen aan Knop 5 hieronder).

      

      BELANGRIJK: Ten minste één knop moet geconfigureerd zijn als 'Linksklikken' en één als 'Rechtsklikken'. Als u deze knoppen opnieuw wilt programmeren, moet u die functie eerst aan een andere knop toewijzen.

Als u een knop wilt terugzetten op het standaardgedrag van de muis, klikt u er met de rechtermuisknop op en selecteert u 'Algemeen gebruiken'.

Als u een knoptoewijzing wilt opheffen, klikt u er met de rechtermuisknop op en selecteert u 'Toewijzing opheffen' of sleept u de opdracht van de knop naar het prullenbakpictogram.